Who needs rainbows and sprinkles?
Delen
Sinds een paar weken tik ik iedere vrijdag een verhaal om te delen met de wereld (je moet immers klein beginnen). Niet met een briljante visie of een zinvolle toevoeging voor het schrijversvak. Meer voor mezelf; het zijn mijn hersenspinsels, waar ik nu mee bezig ben. Dit doe ik met Het Schrijversclubhuis van Laurens Kraaijenbrink. Samen met 9 andere fijne schrijvers, zitten we iedere vrijdag dedicated een paar uurtjes te schrijven. Waarbij het niet gaat om de uitkomst maar om de weg ernaartoe, zoals Laurens dat zo mooi en yoga-achtig kan zeggen. Het gaat om het plezier in en het ritme van het schrijven.
Waarom ik dit iedere vrijdag wil doen? Omdat de lelijke monstertjes in mijn hoofd, harder gaan schreeuwen met ieder stukje tekst dat ik produceer. Want, ja, ik ben nu eenmaal tekstschrijver (echt???) en dus moet alles perfect zijn. Terwijl je juist bij een creatief beroep nooit iets perfects kan opleveren (misschien bij geen enkel beroep trouwens). Er valt altijd wel iets te schaven en te verbeteren. Zoals bij deze tekst. Ik wil iets schrijven met rainbows and sprinkles, superlekker leesbaar en onwijs leuk geschreven, iets waar je een ander heel veel plezier mee doet of tenminste zijn of haar wereld mee rockt. Zo van ‘Bam, geweldig, dit moet je hebben gelezen, hier heb ik echt iets aan’. En nu is het uiteindelijk helemaal niet sensationeel geworden, maar gewoon een beetje gewoon (in mijn hoofd dan).
De angst om slecht werk te leveren zit me soms heel erg in de weg. Ik maak iets met hart en ziel en daar kunnen mensen dan iets van vinden. Dat maakt je natuurlijk ontzettend kwetsbaar. En bij mij werkt de kwetsbaarheid door in (faal)angst en verkramping. Wat ironisch is, want de mooiste en beste stukken schrijf je als je helemaal vrij bent in je hoofd. Als je er echt plezier in hebt of als het je juist niets kan schelen.
Ik weet nog dat ik een warme zomer, heel lang geleden, stage liep bij het Haarlems Dagblad. Een middagkrant, dus ging ik er meestal ‘s middag op uit, deed een interview of bezocht een evenement, daarna snel naar huis om te chillen of zo en dan ’s ochtends in de bus snel het artikel schrijven (gewoon met het handje), het op de redactie uittikken met die heerlijke maar oh zo keiharde deadline in mijn nek hijgend, om het precies om 9 uur in te leveren.
Ook toen had ik natuurlijk gewoon last van die monstertjes in mijn hoofd. Behalve die ene keer. Ik bedoel, het was zomer, ik was begin twintig, woonde tijdelijk thuis dus lekker weinig verantwoordelijkheid. Die avond mocht ik verslag doen van Meerlive in Hoofddorp, een muziekavond op het plein. Ik heb wat mensen geïnterviewd en kwam daarna bekenden tegen.
Een biertje, nog een biertje, nog een biertje. Bekende hier, praatje daar, een klein dansje tussendoor. En toen, nog meer drank natuurlijk. Geen zorgen over morgen, gewoon keihard kamikaze, want je bent jong en je wilt wat. Zoals iedere werkdag, had ik mijn artikel niet meteen netjes geschreven na afloop van het evenement. Kon ook niet, want ik was redelijk blauw, zeg maar heel donkerblauw tegen het zwart aan. Nee, ik had lekker gewacht tot de volgende ochtend. Maar ja, toen had ik dus een hele dikke kater. En kon ik echt niet meer schrijven.
Met veel aspirines en zelfmedelijden heb ik uiteindelijk thuis iets papier gezet. Ik kreeg er niets anders uit dan dit, binnen een kwartier had ik het geschreven en naar de redactie gestuurd. En ik ben mijn bed weer ingedoken. Om na een paar uur wakker te worden met het schaamrood op mijn wangen. Hoe had ik dit kunnen doen?! Zo’n slecht stuk had ik nog nooit geschreven. Ik bedoel, het sloeg helemaal nergens op. De zinnen waren raar, het verhaal was blegh, kortom ik schaamde me kapot. Het liefst wilde ik me verstoppen om nooit, maar dan ook nooit meer naar de redactie te gaan (zoals je begrijpt, was het een beetje groot geworden in mijn hoofd, zo gaat dat soms). Maar ja, het was wel mijn stage, dus op een gegeven moment moet je je gezicht toch weer eens laten zien. Stiekempjes de redactie opgeslopen, maar mijn stagebegeleider had me al in te smiezen. Hij kwam naast me zitten en ik dacht ‘nu word ik ontmaskerd, ik heb mensen heel erg teleurgesteld, kak, kak, kak’…
Weggedoken in mijn stoel kwam de confrontatie. En Oscar zei iets van ‘wat een leuk artikel, ik heb het met plezier gelezen, het beste tot nu toe, ga zo door!’ Uhmmm, say what? Dikke vette kortsluiting in mijn hoofd, ik begreep er helemaal niets van. Toen ik blijkbaar alles had losgelaten en het me even niets kon schelen, kwam er ruimte voor creativiteit en gewoon schrijven. Niet denken alleen maar schrijven (helaas die keer niet met plezier, maar je kunt niet alles hebben).
Ik heb eigenlijk nooit meer aan het artikel gedacht, want de schaamte zat er nog steeds. Waarom zou je immers iets positiefs aannemen van iemand die er verstand van heeft? Die monstertjes in mijn hoofd schreeuwen echt wel een stukje harder dan dat. Tot ik deze week iets wilde gaan tikken over hoe leuk het was om te schrijven als kind en hoe dat perfectionisme dit om zeep kan helpen. Ik dacht opeens weer aan deze situatie en heb het artikel erbij gepakt. En nu? Nu zie ik wat mijn stagebegeleider ook zag. Een luchtig verslag met lekkere quotes, waarin je meeleeft met het plezier van de mensen op het plein. Ik herken zelfs een beetje van mijn schrijfstijl. Eigenlijk best een prima verslag van een gezellig en feestelijk evenement. Kan het beter? Ja natuurlijk. Zou ik het nu anders doen? Vast. Heeft het rainbows and sprinkles? Nope, het is gewoon een verslag maar dan wel een leuk verslag dat best ontspannen wegleest.
Moraal van dit verhaal? Als je de kritiek in je hoofd even kunt loslaten, kun je best een pareltje schrijven. Misschien is het niet perfect, maar als jij tevreden bent is dat al best heel goed. Het hoeft niet altijd iets op te leveren of precies te kloppen. Niet vastklampen aan het (perfecte) resultaat, maar gewoon je stem vinden door het te doen. En vooral voelen dat je er plezier in hebt. Want daarvoor heb ik toch echt gekozen voor het tekstschrijversvak. Dus dat. Dan weet je nu ook weer waarom je heel trouw iedere vrijdag een stukkie van me ziet op LinkedIn, niet perfect maar gewoon gewoon. Meestal ook nog eens met veel plezier geschreven. Op naar de volgende vrijdag!